In een eerder artikel spraken we over waarom 1,5°C nog steeds belangrijk is als een wereldwijd klimaatdoel - zelfs als we dat overschrijden. Maar de gevolgen van de opwarming van de aarde stoppen niet bij hogere zeespiegels of hetere zomers. Naarmate de temperaturen stijgen, voelt de natuur de druk en de neveneffecten raken ons nu al.
Klimaatverandering en biodiversiteit
Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn twee kanten van dezelfde medaille. Stijgende temperaturen drogen wetlands uit, bleken koraalriffen en verschuiven groeizones. Tegelijkertijd kunnen beschadigde ecosystemen koolstof niet meer absorberen of water reguleren zoals ze vroeger deden. Wanneer we spreken over biodiversiteitsverlies, hebben we het niet alleen over de vogels en de bijen. We spreken ook over voedselzekerheid, werkzekerheid en stabiliteit in het dagelijks leven.
De natuur staat onder druk
Van de Amazone tot de Middellandse Zee staan de ecosystemen van de wereld al onder druk. De Amazone, een vitale koolstofput, nadert een kantelpunt waar delen van het regenwoud kunnen uitdrogen en instorten, mogelijk meer koolstof vrijlatend dan ze absorberen. Dichter bij huis warmt de Middellandse Zee sneller op dan bijna elke andere regio, waardoor landschappen uitdrogen en druk wordt uitgeoefend op landbouw, watervoorziening en toerisme.
Verder uit het zicht ligt de grootste koolstofput van de aarde, de oceaan, waar we zien dat koraalriffen in een alarmerend tempo witten en afbreken. Bleken is een natuurlijke stressreactie - het gebeurt regelmatig in beperkte mate vanwege weersomstandigheden zoals El Nino - maar opwarmend water maakt het frequenter en moeilijker voor de riffen om te herstellen. Hoewel ze minder dan 1% van de oceaanbodem bedekken, ondersteunen koraalriffen minstens 25% van alle bekende marine soorten. Volgens het IPCC en WWF riskeren we bij 1,5°C opwarming dat 70% tot 90% van de riffen wereldwijd verloren gaan. Bij 2°C stijgt dit naar meer dan 99%. Dit gegeven voegt een extra uitdaging toe aan al dalende visvoorraden en roept mogelijke voedselzekerheidsproblemen op.
Voedsel en banen
Simpel gezegd: wat onder water begint eindigt op onze borden. Naarmate de natuur uit elkaar valt, doen ook de systemen die we nodig hebben voor voedsel en banen dat ook. Zuid-Europa ziet al de effecten van herhaalde droogtes en hittegolven, met dalende oogstopbrengsten en verschuivende groeiseizoenen. Deze druk leidt tot stijgende voedselprijzen en vergroot de onzekerheid voor boeren en vissers. Europa, en Nederland in het bijzonder, vertrouwt op stabiel weer, gezonde ecosystemen en functionerende toeleveringsketens voor voedselzekerheid.
Positieve keerzijde?
Maar… misschien is er ook een positieve keerzijde. Klimaatverandering brengt namelijk nieuwe mogelijkheden met zich mee. Gewassen die ooit gedijden in Spanje kunnen het in de toekomst mogelijk ook of zelfs beter doen in Noord-Europa. Langere groeiseizoenen kunnen nieuwe kansen bieden voor landbouw in landen zoals Duitsland of Nederland. De vraag is wel wat dit betekent voor de mensen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van het oude klimaat.
Elke tiende graad telt
Klimaatverandering kan dus mogelijk winnaars creëren, maar elke tiende graag opwarming is daarbij van invloed. Onderzoek toont aan dat de wereldwijde voedselproductie scherp begint af te nemen bij meer dan 2°C opwarming. Hetzelfde patroon dat wordt gezien in koraalriffen, speelt zich af in de landbouw. Onderzoek door Zhao (2017) vond dat maïsopbrengsten gemiddeld met 7,4% dalen voor elke graad van opwarming. Bij 1,5°C is er al een meetbare daling in oogstopbrengsten; bij 2°C kunnen de wereldwijde verliezen voor maïs en tarwe 10-15% bereiken. Dit maakt duidelijk dat elke tiende van een graad opwarming het verschil kan maken tussen een moeilijke oogst en een verwoestende.
Deze risico's zijn niet alleen beperkt tot voedselproductie. Ze werken door in de wereldhandel. Onderzoek voor de European Climate Foundation toont aan dat meer dan tweederde van zes belangrijke voedselgrondstoffen die in 2023 in de EU werden geïmporteerd - waaronder maïs en cacao - afkomstig was uit landen die slecht voorbereid zijn op klimaatverandering.
Naarmate extreme weersomstandigheden vaker voorkomen en de veerkracht van natuurlijke systemen afneemt, worden toeleveringsketens kwetsbaarder. De voedselzekerheid van Europa hangt dus niet alleen af van lokale oogsten, maar ook van mondiale ecologische stabiliteit.
Hoe wij omgaan met klimaatverandering
Bij a.s.r. vermogensbeheer zien we klimaatverandering en biodiversiteitsverlies als onderling verbonden uitdagingen die een gezamenlijke reactie vereisen. In onze position papers over Klimaatverandering & de Energietransitie en Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen leggen we de basis voor onze geïntegreerde aanpak en zetten we onze plannen voor de toekomst uiteen.
We ondernemen actie op drie fronten: het verbeteren van ons begrip van de biodiversiteitsrisico's en afhankelijkheden in ons portfolio, het betrekken van bedrijven op een geïntegreerde manier bij zowel klimaatverandering als biodiversiteit en het investeren in oplossingen die ons helpen aanpassen aan de effecten van klimaatverandering. Voor ons gaat dit verder dan het afvinken van een vakje. We zijn ervan overtuigd dat we klimaatverandering niet kunnen aanpakken zonder de natuur, en dat het waarborgen van voedselzekerheid en banen betekent dat we de natuurlijke systemen die hen ondersteunen moeten beschermen. Verantwoord beleggen kan hierin een rol spelen, mits dit gepaard gaat met duidelijke doelstellingen, transparantie en het erkennen van de bijbehorende risico’s.