De Wet Toekomst Pensioenen (Wtp) introduceert de solidariteitsreserve (SPR) en de risicodelingsreserve (FPR) als collectieve buffers om risico’s, zoals beleggings-, inflatie- en langlevenrisico, te delen. Deze reserve kan worden gevuld met premies en overrendement en groeit of krimpt door behaalde rendementen. Een grotere buffer biedt meer ruimte voor een risicovoller beleggingsbeleid. Daarnaast is de omvang van de buffer wettelijk gemaximeerd op 15% van het totale vermogen, waarbij eventuele overschotten worden teruggegeven aan de deelnemers. Het primaire doel is het bieden van nominale of reële bescherming van uitkeringen, maar een goed gevulde reserve kan dus ook leiden tot extra indexatie.
In het eerder verschenen artikel, lag de focus op de nominale kortingskansen op korte termijn. Daaruit bleek dat de kans op een nominale korting toeneemt bij een lage buffer, een oudere populatie en een offensieve beleggingsstrategie. Ook aannames, zoals de spreidingsperiode van mee- en tegenvallers, hebben een substantiële invloed; een kortere spreidingshorizon (bijvoorbeeld 3 jaar) verhoogt het korte termijn risico aanzienlijk.
Lees meer: