Herialt Mens heeft als hoofd Beleggingen bij Aegon Cappital aan de bakermat gestaan van de PPI. Zijn jarenlange ervaring met (life cycle) beleggen binnen de PPI zet hij nu in bij a.s.r. vermogensbeheer voor onder andere het beleggingsbeleid van de verschillende DC-regelingen onder de Wet Toekomst Pensioenen (WTP).
Als gevolg van de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) komt het pensioenvermogen meer dan ooit dichter bij de deelnemers te staan. Voor pensioenfondsbestuurders betekent dit onder andere dat communicatie met deelnemers een prominentere rol krijgt dan we binnen de ‘traditionele’ defined benefit wereld van de FTK gewend waren. Vooral het aanzetten van de deelnemer tot actie wordt cruciaal. De nieuwe wet, met de AFM als toezichthouder, schrijft voor dat de deelnemer expliciet wordt gevraagd hoeveel risico hij of zij kan en wil nemen. Dit leidt tot een ‘risicoprofiel’ en daaraan gekoppeld een beleggingsprofiel of ‘life cycle’.
Tijdens een presentatie die wij onlangs gaven op het Pensioen Pro Beleggersberaad, gingen we in op de lessen die we als a.s.r. vermogensbeheer kunnen trekken uit de PPI voor het inrichten van en omgaan met de WTP.
Bestuurlijke keuzes
Zo zijn er veel bestuurlijke keuzes te maken over de wijze waarop het systeem voor de keuze van het risicoprofiel en het beleggingsprofiel wordt ingeregeld. Zo zou het beleid idealiter beschrijven wat er gebeurt als de portefeuille van de deelnemer wordt aangepast bij ‘verjaring’ in de life cycle. Dit zogenaamde ‘rebalancing’ leidt ertoe dat de portefeuille is ingericht naar de verdeling die past bij het betreffende risicoprofiel en de leeftijd van de deelnemer, waarbij te vaak herbalanceren van de portefeuille leidt tot ongewenst veel transactiekosten.
Er is op enig moment met ruime bandbreedten gewerkt, onder andere om te veel transacties te voorkomen. Het leidde er echter toe dat er geen aanpassing van de portefeuille werd uitgevoerd toen deelnemers van profiel wisselden. Dat werd door de betreffende deelnemers niet gewaardeerd en het beleid is hierop aangepast.
Communicatiemix
Heldere, goede communicatie is binnen de PPI altijd een cruciale factor geweest voor het creëren van pensioenbewustzijn onder deelnemers. En daarbij maakte een mix aan communicatiemiddelen en -kanalen het verschil. Een website, een app, beleggingsjournaals en zelfs barista’s ter plaatse bij de werkgever om deelnemers laagdrempelig te benaderen over hun pensioen… alle inzet heeft een steentje bijgedragen aan waardering vanuit deelnemers. Het inzetten van verschillende communicatiekanalen door de jaren heen loont om goede informatie te verstrekken en vertrouwen te genereren.
Comfort bieden
Toch zien we ook dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Tijdens de flinke stijging van de wereldwijde marktrentes in de zomer van ’22 ontstond er veel onrust onder deelnemers van de PPI. Het heeft ons meer dan ooit doen beseffen hoe belangrijk het is nog nadrukkelijker dan voorheen zaken simpel maar doeltreffend uit te leggen. In dit geval dat we beleggen voor een uitkering en niet alleen voor vermogen.
Helpdesk
Eind ’22, begin ’23, leek de rust wedergekeerd. De beleggingsjournaals stonden online en zijn inmiddels ook op de openbare website na te kijken. Voor de helpdesk was dit erg prettig, want verontruste deelnemers konden hiernaartoe worden verwezen. Ook andere kanalen, zoals de website en teams met verschillende vormen van contact met klanten of deelnemers, hebben hieraan bijgedragen.
De UPO: meer impact dan gedacht
We waren dan ook verrast toen de telefoon opnieuw roodgloeiend stond, na het versturen van de UPO’s in september ’23. Ondanks de mogelijkheid voor deelnemers om dagelijks in te loggen, is het ontvangen van de UPO voor een bepaalde groep deelnemers, tegen de verwachting in, de aanleiding om na te denken over het pensioen. En blijkbaar ook niet eerder. Wij hebben er vooral uit geconcludeerd dat het versturen van de UPO in het vervolg met meer communicatie gepaard moet gaan.
Default ‘Neutraal’
Dan het risicoprofiel. Daarin hebben we inmiddels goed inzicht gekregen. Het neutrale profiel leidt, in naar verwachting veruit de meeste marktomstandigheden, tot behoorlijke resultaten. Dat moet ook, want ca. 90% van het vermogen wordt volgens de default ‘neutraal’ belegd. 10% van het vermogen is als gevolg van de profielwijzer belegd in ‘neutraal’. Dat betekent dat ca. 80% van het vermogen neutraal wordt belegd, enkel en alleen omdat dit profiel als default wordt aangeboden. Helaas weten we ook dat het eigenlijk al een hele prestatie is dat al ca. 20% van de deelnemers in actie is gekomen.
Contact deelnemers met de Helpdesk
Vanuit onze helpdesk krijgen we verder terug dat van de ruim 300.000 deelnemers binnen de PPI, er sporadisch wordt gebeld over de beleggingen. Op maandbasis is het aantal telefoontjes letterlijk op de vingers van een hand te tellen. De helpdesk wordt dan ook beperkt getraind op het terrein van beleggingen en er zijn binnen het team maar twee personen aangewezen die als specialist op dit vlak worden aangemerkt. Zodra het ook voor hen te technisch of ingewikkeld wordt, worden de vragen verder doorgezet.
Variabel pensioen
Tegen deze achtergrond kijken wij ook naar zaken als de wens van deelnemers voor een variabel pensioen. De wet biedt ruimte om vanaf 15 jaar voor pensioendatum de deelnemer te vragen of een vast dan wel een variabel pensioen gewenst is. De gedachte hierbij is, dat je bij het variabele pensioen langer belegd blijft en dus meer risico aankunt. Wij vinden dit een lastig concept, want hoe weet je nu al hoe je leven of de marktomstandigheden er over zo’n lange periode uit zullen zien? En waarom zou je als PPI dan extra risico nemen voor een deelnemer?
De slotsom
Al met al concluderen wij dat het beleggingsbeleid, de uitvoering ervan en de communicatie erover nauw met elkaar samenhangen. Het is dan ook geen verrassing dat de AFM recentelijk het communicatieplan van een aantal pensioenfondsen heeft afgewezen. Bestuurders en uitvoerders moeten beseffen dat het pensioen naar de deelnemer toe moet komen.
Tegelijkertijd moet de focus van de bestuurder liggen op het effect van de regelingen die voor de deelnemer van belang zijn: de hoogte en mate van zekerheid van hun pensioenuitkering. De rest is techniek. Over het algemeen vinden wij het belangrijker dat onze auto ons van A naar B kan brengen en minder interessant uit welke onderdelen de motor bestaat.
Kortom: Als bestuurder van een pensioenfonds in de context van WTP is het van belang goed na te denken over de synergie tussen het beleid, de uitvoering én de communicatie van de beleggingen. Deze drie elementen hangen zeer nauw samen en een geïntegreerde aanpak kan veel problemen voorkomen.